In tegenstelling tot onze buurlanden ontbeert België een geschikt wettelijk kader voor de coronamaatregelen. ‘De rechtsstaat is in gevaar.’ (De Standaard)
Vele coronamaatregelen raken aan fundamentele rechten, zoals het recht op vrij verkeer, vergadering, onderwijs, privéleven of ondernemen. Een inperking van die vrijheden kan alleen bij wet, zeggen de grondwet en internationale verdragen. Op die manier is er een fiat nodig van de – verkozen – wetgevende macht. Maar zo’n wet is er niet. De maatregelen staan in een ministerieel besluit, dat op zijn beurt verwijst naar een wet uit 2007 die de minister van Binnenlandse Zaken bevoegd maakt ‘in geval van dreigende omstandigheden’.
Maar die ‘wet civiele veiligheid’ is gemaakt voor acute en zeer tijdelijke noodsituaties zoals branden, ontploffingen of het vrijkomen van radioactieve stoffen. ‘Ze is hoegenaamd niet bedoeld voor een langdurige gezondheidscrisis’, zegt professor grondwettelijk recht Stefan Sottiaux (KU Leuven). De wet bevat geen basis om langlopende vrijheidsbeperkingen op te leggen.
Lees meer in De Standaard.