Rode kool is een harde groente. Het kan rauw gegeten worden als het wordt fijngeraspt, maar dan alleen in kleine hoeveelheden. Gekookt behoort rode kool tot de traditionele wintergroenten. Meestal wordt rode kool fijngesneden of geraspt. De kooktijd bedraagt dan ten minste 20 minuten in ruim water. Dit is een recept van The Vegetables Chef Frank Fol.
Hak de ui en knoflook.
Smelt een klontje boter in de een kookpot en fruit glazig.
Voeg de in blokjes gesneden appel, aardappelen en de fijngesneden rode kool toe.
Spijs met peper en zout, voeg het laurierblad toe en bevochtig met het water.
Dek af en breng aan de kook.
Laat de groenten 25 minuten garen.
Verwijder het laurierblad en mix de soep fijn met een staafmixer of in de blender.
Snij de appel en het grisonvlees in zeer fijne reepjes (jullienne) en meng die met de versneden kervel (hou enkele pluksels apart).
Breng op smaak met de Xèresazijn, koolzaadolie en peper en zout.
Was en schil de schorseneren.
Snij de stengels in stukken van 5 cm.
Leg ze onmiddellijk in een kom met water en het citroensap, zodat ze niet verkleuren.
Giet het water met het citroensap in een kleine kookpot en breng aan het de kook.
Voeg de schorseneren toe en blancheer ze krokant gaar.
Giet ze af door een zeef.
Smelt een klontje boter in een pan en kleur er de schorseneren in.
Lepel de soep in de borden.
Schik de schorseneren in het midden van het bord dwars onder elkaar.
Verdeel hierop het slaatje.