Konijn met pruimen, dé klassieker in Vlaanderen. Toch is konijn verrassend veel meer veelzijdig dan dat. Het proberen waard, want konijn behoort tot de magere vleessoorten, en het vlees is mals, sappig en licht.
Konijn brengt van nature belangrijke voedingsstoffen aan en past ter afwisseling prima in een gezonde voeding. Bovendien wordt het vlees gesmaakt door groot én klein. Met dit recept van Chef Bram Heylens scoor je zeker!
Verdeel de konijnenfilets naar gewenste grootte en spijs ze met peper en zout.
Paneer de stukjes: wentel ze eerst in de bloem, dan in het eiwit en vervolgens in het paneermeel.
Dunschil de pastinaak en snij in stukken.
Kook de pastinaak in de helft melk en de helft water met het kippenbouillonblokje.
Giet de pastinaak af en mix mooi glad in de blender met wat kookwater, room, nootmuskaat, peper en zout.
Snij de harde kern uit het witloof, bak deze aan en spijs met peper en zout.
Laat het witloof zachtjes verder garen onder bakpapier met een deksel er bovenop.
Meng de roomkaas met limoensap naar eigen smaak en wat zestes van de limoen.
Snij de dragon, peterselie en bieslook fijn.
Meng de groene kruiden onder de roomkaas en breng op smaak met peper, zout en wat geraspte verse gember.
Bak de gepaneerde stukjes konijn goudbruin.
Dresseer 2 quenelles van de pastinaak en het witloof op het bord.
Trek enkele strepen van de dipsaus ernaast.
Dresseer gebakken konijnenfilets willekeurig op de dipsaus.
Werk af met wat groene kruiden.
Bram Heylens is de chef van brasserie De Schranshoeve, een brok smaakvol Kempens erfgoed in hartje Vorselaar.
De langgevelhoeve waarin kardinaal Jozef Van Roey een deel van zijn jeugd heeft doorgebracht, is een laagdrempelige eetgelegenheid waar het fijn vertoeven is voor gezinnen met kinderen en groepen, maar ook voor een intieme tête-à-tête.
Verdeel de konijnenfilets naar gewenste grootte en spijs ze met peper en zout.
Paneer de stukjes: wentel ze eerst in de bloem, dan in het eiwit en vervolgens in het paneermeel.
Dunschil de pastinaak en snij in stukken.
Kook de pastinaak in de helft melk en de helft water met het kippenbouillonblokje.
Giet de pastinaak af en mix mooi glad in de blender met wat kookwater, room, nootmuskaat, peper en zout.
Snij de harde kern uit het witloof, bak deze aan en spijs met peper en zout.
Laat het witloof zachtjes verder garen onder bakpapier met een deksel er bovenop.
Meng de roomkaas met limoensap naar eigen smaak en wat zestes van de limoen.
Snij de dragon, peterselie en bieslook fijn.
Meng de groene kruiden onder de roomkaas en breng op smaak met peper, zout en wat geraspte verse gember.
Bak de gepaneerde stukjes konijn goudbruin.
Dresseer 2 quenelles van de pastinaak en het witloof op het bord.
Trek enkele strepen van de dipsaus ernaast.
Dresseer gebakken konijnenfilets willekeurig op de dipsaus.
Werk af met wat groene kruiden.