Het kabinet trekt honderden miljoenen extra uit voor sectoren die zwaar getroffen zijn door de coronacrisis. Ook de horeca zou daarmee meer lucht moeten krijgen, iets wat volgens Koninklijke Horeca Nederland (KHN) hard nodig is. Volgens directeur Dirk Beljaarts is dit geld echter niet de oplossing voor alle problemen.
Te lang geduurd
Volgens Beljaarts heeft de horecasector erg lang moeten uitleggen aan het kabinet waarom de financiële steun niet voldoende toereikend was. “Aan de ene kant zijn we daar heel dankbaar voor, en aan de andere kant is het ook voor een groot deel door mkb en Horeca Nederland bij elkaar gespaard in de afgelopen jaren”, zegt hij in Goedemorgen Nederland op NPO 1.
Gesprekken met D66-fractievoorzitter Rob Jetten, minister Wopke Hoekstra (Financiën) en VVD-Kamerlid Thierry Aartsen zorgden ervoor dat de puzzelstukjes bij elkaar zijn gevallen en dat het kabinet begreep dat er meer geld richting Horeca Nederland moest.
“Dus het is absoluut een goed begin, maar er is meer werk aan de winkel”, volgens de directeur van Koninklijke Horeca Nederland (KHN).
Proeftuinen
Jetten vindt het tijd dat het kabinet gaat starten met proeftuinen waarin de horeca kan experimenteren met het openen de deuren, zo zei hij gisteren in Op1. Viroloog Ab Osterhaus voelt daar echter niets voor. “Hier ga je de horeca niet mee helpen”, zei hij.
Beljaarts is van mening dat de horeca weken geleden al klaar was voor deze experimenten. Het idee om dit daadwerkelijk te gaan doen lag er ook: deze zou uitgevoerd worden in 25 eetgelegenheden en moest ervoor zorgen dat horecazaken mogelijk voor het einde van het jaar weer open konden.
‘Mysterieuze dood gestorven’
“TNO (De Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek) en het RIVM zouden daaraan meewerken”, zegt de KHN-directeur. “Wat wij begrepen hebben, is dat dit idee vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gestopt is. Vanuit de minister van Economische Zaken is er hier juist heel veel support voor gekomen, maar dat lijkt nu op mysterieuze wijze een stille dood gestorven.”
Beljaarts vindt dat de horeca de kans moet krijgen om te laten zien dat zij een veilige omgeving kunnen bieden. “Dat hebben we altijd aangetoond, de RIVM-cijfers van de besmettingen van de periode dat we nog open waren lieten dat ook zien”, zegt hij.
“In absolute getallen was het aantal besmettingen in de horeca heel laag. Dus eigenlijk is er geen reden om te denken dat de horeca een heel gevaarlijke plek voor besmettingen is.”
Beljaarts zegt dat zij minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) meerdere malen gevraagd hebben om de wetenschappelijke onderbouwing voor het sluiten van de horeca, maar die hebben zij nog altijd niet gekregen.
Bron: WNL