Behoren cateraars nog tot de horeca? 6 punten die de discrimatie aantonen

Berichten gelezen: 356

Vlaamse cateraars worden hard getroffen door de maatregelen rond COVID-19. Net zoals de restaurants en cafés worden ze bij de overheid vertegenwoordigd door Horeca Vlaanderen. Maar als het gaat om de steunmaatregelen voelen ze zich helemaal geen horeca. Ook niet nadat reeds een werkgroep in gesprek is gegaan met de vakfederatie. De enige federatie waar ze gehoor krijgen, is Unizo die hen op het hart drukten al maanden hard aan het strijden te zijn voor de cateringsector, maar tot nu toe zonder een equivalent resultaat als hun “collega’s”, restauranthouders en cafés. Cateraars begrijpen deze discriminatie niet!

Geen perspectief

Terwijl al heel wat andere sectoren zoals restaurants werken op een aanvaardbaar post-corona-niveau, hebben cateraars nog helemaal geen perspectief.

Minder steun voor cateraars

Restaurants kunnen al rekenen op dubbel overbruggingsrecht, mogen zoveel takeaway-omzet draaien dat ze willen terwijl ze ook nog de 10% steun blijven trekken.

Restaurant kunnen per 8 mei ook hun terras openzetten, en de BTW verlaagt voor alles naar 6% tot september.

Allemaal steunmaatregelen die de cateraars de restaurants en cafés gunnen, maar ze vinden het toch een merkwaardige onrechtvaardigheid tegenover henzelf.

Discriminatie

De cateraars vinden het raar dat ze als sector ‘open mogen blijven’ maar dat de overheid hun klanten verbiedt om bij hen feesten te bestellen.

Catering is dus een sector die niet gesloten is, maar die niet mag werken.

Vandaar de vraag : Behoren cateraars tot de horecasector of niet?

“Bij de invoering van de witte kassa werd namelijk beslist dat cateraars tot de horecasector behoorden en dus ook een witte kassa moesten aanschaffen. En hebben dit eerlijkheidshalve dan ook gedaan. Sinds het begin van de pandemie – we schrijven april 2020 – worden we helemaal niet behandeld als horeca”, aldus Dirk Luijts, cateraar en moderator van de Facebookgroep.

Discriminatiepunten

Met onderstaande 6 punten willen de verenigde cateraars proberen aan te tonen dat ze ook tot de horecasector behoren maar dat tegelijkertijd catering een heel ander gegeven is dan restaurants.

Ze hebben het gevoel dat Horeca Vlaanderen deze boodschap niet kan overbrengen aan de overheid en daarom sturen ze net als vorig jaar weer een SOS met de hoop nu wel te worden gehoord.

1- Geen hinderpremie

In de eerste fase van de pandemie ontvingen cateraars geen hinderpremie zoals restaurants.

Ze zaten nochtans in dezelfde situatie: ze mochten niet meer werken terwijl hun kosten bleven lopen. Cateraars ontvingen slechts een kleine compensatiepremie van €3.000 om een periode van 4 maanden mee te overbruggen, en dit terwijl restaurants het vijfvoudige ontvingen. Vanwaar deze discriminatie?

2- Weinig kansen om omzet te genereren

“We hebben als cateraar weinig kansen met takeaway omdat onze klanten, in tegenstelling tot de restaurants, niet lokaal zijn, maar verspreid over geheel het land. Een klant uit Wenduine gaat zich niet verplaatsen naar Antwerpen voor onze waanzinnige ceviche van zeebaars, al is die superlekker”, aldus Dirk Luijts.

Dus cateraars zijn benadeeld tegenover de restaurants om te proberen wat omzet te genereren.

Toch ontvingen, en ontvangen restaurants nog steeds dubbel overbruggingsrecht, ook als ze takeaway doen. Cateraars daarentegen verliezen het als ze takeaway doen.

Daarbovenop kunnen diegenen die een terras hebben ook hier nog wat extra omzet maken. Een troef die cateraars ook niet hebben. De kansen om omzet te genereren liggen dus veel lager, en toch krijgen cateraars niet evenveel steun. Vanwaar deze discriminatie?

3- Beschermingsmechanisme

Restaurants kunnen sterke omzetten blijven genereren terwijl ze de 10% omzetsteun (beschermingsmechanisme) behouden. Als cateraars minder dan 60% verlies hebben, verliezen ze deze steun. Vanwaar deze discriminatie?

4- Geen recht op de globalisatiepremie

Er werd een globalisatiepremie uitgereikt, maar blijkbaar moet je als bedrijf op 3 kwartalen minstens €450.000 omzet behalen of je komt er niet voor in aanmerking. Zowat alle kleine cateraars vallen uit de boot. Vanwaar deze discriminatie?

5- BTW-verlaging is geen steunmaatregel

Sinds kort krijgt de horeca steun door een BTW-verlaging naar 6%. Als cateraar berekenen wij per event onze verkoopprijs exclusief BTW naar de klant toe en passen het toepasselijke BTW-tarief toe naar gelang de activiteit. Bij een BTW-verlaging geniet dus de particuliere klant van een prijsverlaging. Voor bedrijven maakt het niets uit want zij recupereren de BTW toch.

Dirk Luijts: “Voor ons is dit geen steunmaatregel. Men zegt ons wel ‘’verhoog dan je prijzen exclusief BTW maar dan betekent dan wel dat bedrijven een hogere prijs exclusief BTW zullen moeten betalen voor zijn catering. En dat zal niet goed overkomen, mijn gedacht.”

6- Steun tijdens inloopperiode noodzakelijk

De dag dat restaurants mogen opengaan hebben ze een volle agenda. Dit is hen uiteraard gegund en het zal iedereen goed doen terug buiten te komen. Als het dan op een dag ook weer mag voor de cateraars, zal dat niet het geval zijn van de cateraars.

Communies, trouwfeesten, bedrijfsfeesten,… zullen pas vanaf de beslissing van overheid weer worden ingepland, offertes aangevraagd om maanden later door te gaan.

De cateraars hopen dat ze tijdens deze inloopperiode kunnen rekenen op positieve discriminatie tegenover de restaurants en ze nog even een paar maanden op bijkomende steun kunnen rekenen.