Bier wordt gemaakt van water, graan, gist, kruiden en hop. Maar doe daar nog maar een flinke scheut belastingen bij om het op smaak te brengen.
Inhoudsopgave
Steeds hetzelfde
Volgens Eline Poelmans (KU Leuven) en Jason Taylor (Central Michigan University) dat de grote variatie aan Belgische bieren te danken is aan instituties: belastingen, wetten en regels. Ook al verdwenen regels na verloop van tijd, ze blijven tot op vandaag doorwerken.
Eenmaal de drinker gewend geraakt is aan de smaak blijft hij immers zijn favoriet verkiezen, schrijven de auteurs in het wetenschappelijk tijdschrift Journal of Institutional Economics.
Daardoor blijven brouwerijen vaak brouwen alsof de al lang afgeschafte regels nog steeds bestaan. Bier wordt ook gedreven door ‘nostalgische consumptie’. Om die dorst te laven, grijpen ook de nieuwe brouwerijen vaak terug naar lokale recepten van weleer.

Gruut en hop
Om bier beter houdbaar te maken, voegden de middeleeuwse brouwers gruut toe. Daarin konden onder meer de kruiden gagel, rozemarijn en laurierbes zitten. Die kruiden groeiden op de gemeenschappelijke gronden. De steden verwierven het monopolie op gruut en gebruikten het om het bier al bij de bron te belasten.
In 1364 bepaalde keizer Charles IV dat steden in het Heilig Roomse Rijk – waar het oostelijke deel van het huidige België onder viel – ook hop mochten belasten. Hop was een beter bewaarmiddel dan gruut en had vlug veel succes.
Maar in de steden ten westen van de Schelde (het huidige West-Vlaanderen en deels Oost-Vlaanderen) was hop lange tijd verboden, en werden ingevoerde brouwsels zwaar belast. De brouwerijen bleven er veel langer vasthouden aan gruutbieren, ook nadat het verbod opgeheven werd.
Precies daarom liggen bijna alle huidige brouwerijen van oudbruine en roodbruine bieren ten westen van de Schelde, argumenteren Poelmans en Taylor. In die streek waren de brouwers niet vertrouwd met hop, waardoor ze op zoek gingen naar andere manieren om bier te bewaren.
Vanille Madagascar en kruiden
NOOR & NOOR
The Mastercooks of Belgium
Jeanne Gennar, Coffee with a Soul
Chef & Knife
Bulles de Princesse
Restaurant Cédric
Weilandshof
Kyzoe Hosting & Design
Belgische Keurslagers
Middeleeuwse belastingontduikers
Bierbelastingen waren erg belangrijk voor de steden. In de 15de en 16de eeuw waren ze goed voor de helft van de inkomsten. Om de accijnsinkomsten aan te zwengelen beval de hertog van Brabant in 1420 dat er tarwe gebruikt moest worden. Dat zou bier beter maken, en de consumptie verhogen. Het is geen toeval dat de tarwebieren witbier en lambiek in die regio floreerden.
Maar de brouwerijen ontweken ook destijds graag belastingen. Als die gebaseerd waren op bijvoorbeeld gerst, gebruikten brouwers andere granen. Om ontwijking tegen te gaan, legden steden uitgebreidere recepten op. Halle, bijvoorbeeld, stipuleerde dat 300 liter tarwe en 500 liter gerst of haver gebruikt moest worden; verhoudingen die nog steeds courant zijn bij lambiekbieren zoals kriek en geuze.
Ook Oudenaarde (oudbruin), Roeselare (roodbruin), Hoegaarden en Namen legden regels op die tot op de dag van vandaag nog bepalend zijn voor de lokale bieren. Dat elke stad haar eigen regels koos, werkte de diversiteit in de hand.
Imbolc: zuivel, broden, wintergroenten en pannenkoeken op 2 februari
Imbolc, gevierd op 2 februari, markeert het midden van de winter en de eerste tekenen van de naderende lente. Deze...
Afscheid op 1 februari van een icoon in de horecawereld
Geboren op 27 mei 1946 in Kortrijk, overleed Jean-Pierre Malysse, icoon in de horecawereld, op 78-jarige leeftijd in het AZ...
Dit zijn de 5 belangrijkste voedingsmiddelen tegen erectiestoornissen
Ook de fysieke en mentale gezondheid van wie werkt in de horeca is voor Horeca Webzine belangrijk. Daarom even aandacht...
Lokaal chauvinisme
Stedelingen waren niet vies van een flinke portie chauvinisme. Nagenoeg elk dorp had zijn eigen brouwerij. En ook dat was deels het product van belastingen. Invoer uit andere steden werd belast. Of er werd minder belasting gehoffen op bieren die binnen de stadsmuren werden gebrouwen.
Er waren ook belastingen op onder meer de grootte van de brouwketel, wat kleinschaligheid bevorderde. Tot 1860 mochten Belgische gemeenten niet alleen de productie van het bier belasten, maar ook het vervoer ervan. Dat hield Belgische brouwerijen klein en lokaal.
Trappisten
Toen Napoleon onze streken veroverde, betekende dat het tijdelijke einde voor veel abdijen die vaak bier brouwden. De Belgische grondwet voorzag in 1831 echter wel opnieuw religieuze vrijheid. De Trappisten, een orde opgericht in 1664, keerde terug. Maar ze namen het zekere voor het onzekere en vestigden zich dicht bij de grens.
Als de beleidsmakers opnieuw hun kar keerden, konden ze snel de grens over vluchten. Door dicht bij de Nederlandse grens te zitten, konden ze ook rekruteren bij de katholieken in Nederland, zo stipt bierkenner en brouwer Jef Van den Steen aan, die een boek schreef over trappistenbrouwerijen.

Westmalle
Westmalle begon in 1836 als eerste trappistenbier te brouwen. Daarna volgden Westvleteren (1838), Achel (1846), Chimay (1862), Rochefort (1899) en Orval (1931).
De jongste der Belgische Trappisten ontstond overigens als vluchthuis voor Franse paters. Ze vreesden in de jaren 1920 de communisten en bouwden een vluchthuis. Dat hadden ze uiteindelijk niet nodig, maar ondertussen waren de voorbereidingen voor een abdij wel getroffen.
Salade van doperwten en hun scheuten, erwtencoulis met munt, gele kerstomaten en citroen
Erwten drogen snel uit, laat ze dus niet te lang liggen. Je bewaart ze best op een koele plek in...
Tartaar van Wagyu met asperges, radijs, kappertjes, rode ui, gebakken aardappelen en roerei
Topchef Francesca Sterckx ging aan de slag met Waguy van Hof van Ossel. Kenners en topchefs spreken in de overtreffende...
Vlaswijting met groene asperges, sinaasappel, artisjok en crumble van chorizo
Het vlees van vlaswijting is fijn en gelaagd en volgens kenners één van de lekkerste vissen. De kwaliteit van het...
Stemmen winnen
Politici lieten niet alleen de abdijbieren floreren, ze probeerden met ook stemmen te kopen met het gerstenat van de lokale bevolking. In het jonge België hadden de meeste dorpen ten minste één katholieke en één liberale brouwer. Bier was zo belangrijk, zowel sociaal als economisch, dat het niet ongewoon was dat de burgemeester ook een brouwer was.
Zoals in de Oost-Vlaamse gemeente Buggenhout, waar de katholieke brouwersfamilie De Landtsheer met de liberale brouwers Bosteels streed om de sjerp. Ze wonnen niet zozeer zieltjes met de kwaliteit van de lokale pinten, ze moesten vooral goedkoop en verschrikkelijk slap zijn.
Het Arizona-plan brengt kansen en uitdagingen voor de horecasector
De horecasector in België staat aan de vooravond van ingrijpende veranderingen door de invoering van het zogenaamde "Arizona"-plan. Dit plan,...
Wereldkankerdag 2025: de invloed van je voeding op kanker
Op 4 februari 2025 is het Wereldkankerdag, een dag die wereldwijd in het teken staat van bewustwording en preventie van...
Protest tegen rookverbod op horecaterrassen en in rookruimtes
De Belgische horecasector reageert verontwaardigd op de recente beslissing van de regering-De Wever om vanaf 2025 roken op terrassen en...
‘Week van het Witloof’: 10 unieke recepten met witloof
Of je nu houdt van klassieke bereidingen of graag experimenteert met nieuwe smaken, de 'Week van het Witloof' biedt inspiratie...
Yan Yat 2025: rauwe vis op iedereens verjaardag
Yan Yat, ook bekend als “Iedereens Verjaardag”, wordt gevierd op de zevende dag van het Chinese Nieuwjaar en valt in...
Strijd tegen dronkenschap
Om dronkenschap door de goedkope jenever te beteugelen verbood de Wet Vandervelde in 1919 de verkoop van sterke drank in cafés; de Belgische versie van de Drooglegging. Aanvankelijk mocht het alcoholpercentage voor bier niet meer dan 5 procent bedragen, maar die beperking werd snel opgeheven.
Dat maakte de weg vrij voor een rijke Belgische traditie van dubbels – rond 7 procent, het dubbele alcoholpercentage van wat toen gebruikelijk was – en tripels, met een alcoholpercentage van 9 tot 11 procent.
Wet Vandervelde
Sommige van de bekendste Belgische tripels werden zelfs als een direct gevolg van de Wet Vandervelde gecreëerd.
De Trappisten van Westmalle staken in 1921 als eerste hun neus aan het venster met de Westmalle Dubbel. Moortgat volgde met Victory Ale, wat later Duvel zou worden. Westmalle pionierde in 1933 opnieuw met Superbier, later herdoopt als Westmalle Tripel.
Deel dit blogartikel!
Ken jij andere professionals, hobbykoks, collega’s, vrienden en/of kennissen die ook wat kunnen hebben aan onze blogartikels? We zouden het heel fijn vinden dat je dit blogartikel in jouw netwerk deelt. Het kan makkelijk met de onderstaande sociale media-knoppen. Alvast bedankt!
Bron: Dries De Smet, De Standaard.